In één keer was er een nieuwe vorm van actievoeren. Een nieuw actiemiddel: lijm! Je kon er vorige week bijna niet om heen, of iemand had zich weer ergens aan vastgelijmd. Van diverse musea tot een talkshowtafel. Het doel: aandacht vragen voor hoe we omgaan met de wereld. Omdat we ons wél grote zorgen maken als een kunstwerk beschadigd zou raken, terwijl het grootste kunstwerk, de natuur, dagelijks beschadigd en uitgebuit wordt. Een gedachtegang die best te begrijpen is. Opkomen voor de natuur is een nobel doel. Alleen: heiligt het doel ook de middelen? Het doel van lijm is om te verbinden. Waar vooral ergernis ontstaat over het middel schiet dit het doel voorbij. Een breuk die moeilijk te lijmen is.
Zou het niet beter zijn als iedereen gewoon wat meer ging luisteren naar elkaar? Nu is het altijd gemakkelijk om naar een ander te wijzen. Als Johanneskerk proberen we ons steentje bij te dragen, om vorm te geven aan verbinden. Door te werken aan ontmoeting; van inloopochtend, lezingen, tot de koffie na de kerkdiensten. In lezingen proberen we zorgen om onze kwetsbare wereld te delen en tegelijk te laten zien dat er ook veel goeds is. We doen dit vanuit het geloof dat er een God is, die het beste met mensen voor heeft. Als God en mensen elkaar vinden is dat een unieke verbinding, een soort ‘twee componentenlijm’. God en mens, waarbij aarde en hemel verbonden worden. In de herfst staan we ook stil bij hen van wie we afscheid moesten nemen. We doen dat vanuit de gedachte dat die ‘twee componentenlijm’ verder gaat dan een ‘tien seconden’ lijm’.