Met de opkomst van de supermarkten verdwenen jaren geleden o.a. de bakkers en slagers, geleidelijk naar de achtergrond. Ze zijn er gelukkig nog wel en hebben nu veelal een voorvoegsel bij hun professie gekregen: ‘de vakslager’, ‘de warme bakker’. Of anders iets met ‘ambachtelijk’, of ‘naar grootmoeders recept’. Het leuke van al die speciaalzaken was dat je er nog gezien werd. Als kind kreeg je een plakje worst, een koekje, of een stukje kaas (al ben ik geen kaasliefhebber). Dat werd dan min of meer gecompenseerd door de regelmatig gestelde vraag ‘mag het een onsje meer zijn’. Het knappe was dat met het afsnijden van een pond of kilo van een product het altijd iets groter uitviel, het bekende ‘onsje’ meer.
Op dit moment speelt er van alles in de marktkraam die wereld heet. Machthebbers die altijd dat ‘onsje meer’ willen: het is nooit genoeg. Vaak gaat het hand in hand met een zorgvuldig onderhouden ‘wij tegen zij’ denken. Op dat punt denk ik: Mag het a.u.b. een onsje minder zijn! Minder ‘ons’, zoals in eigen volk eerst. En graag wat meer ‘wij’. Dat is in ieder geval iets waar we als Johanneskerk proberen aan te werken. Oog hebben voor mensen die het moeilijk hebben. Laten weten dat iedereen zich welkom mag voelen: wie je ook bent, hoe je ook bent, wat je achtergrond ook is. We hebben dat niet zelf verzonnen, maar we worden ertoe opgeroepen door voorbeelden uit het leven van Jezus. Ieder mens telt! Dus kom een keertje binnenlopen bij de koffie op de woensdagochtend. Of kom een keertje een kerkdienst of een andere activiteit bezoeken.